Hyperventilatie
Je doet het je hele leven lang, de gehele dag door: ademhalen. Op een moment van rust zo’n 10 keer per minuut. Maar we doen het niet altijd even goed: soms ademen we te snel of ademen we niet diep genoeg in. Wanneer dit voor een korte periode is, kan het lichaam zich daarna goed herstellen. Echter als de ademhaling te snel blijft, zoals bij chronische hyperventilatie, raakt de balans van het lichaam verstoord.
Als we ademen, nemen we zuurstof op uit de lucht. Deze zuurstof speelt bij alle lichaamsprocessen een rol. Zonder zuurstof zouden onze cellen bijvoorbeeld geen koolhydraten, eiwitten en vetten kunnen verbranden. Als afvalstof van deze processen ontstaat er koolstofdioxide, welke weer wordt uitgeademd.
De ademhaling kan door verschillende factoren zoals stress of pijn verstoord raken. De ademhaling wordt dan sneller, hoger en/of oppervlakkiger. Door een te snelle ademhaling verliest het lichaam teveel koolstofdioxide.
Hoewel koolstofdioxide een afvalstof is, is het nodig voor allerlei processen in het lichaam. Het speelt voornamelijk een rol bij de normalisering van de zuurgraad van het bloed. Wanneer teveel koolstofdioxide wordt uitgeademd, kan de zuurgraad van het bloed buiten de normale waarden treden.
Het doel van ademhalen is dus het handhaven van de normaalwaarden van zuurstof en koolstofdioxide om zo dus de zuurgraad van het bloed te reguleren. Alleen met de juiste zuurgraad van het bloed kan het lichaam optimaal functioneren. Door de verhoging van de zuurgraad kunnen de volgende gevolgen optreden: vernauwing van de bloedvaten in hersenen en handen, verhoogde prikkelbaarheid van de zenuwen en vergroting van lactaatproductie (1).
Symptomen die hierbij kunnen optreden zijn:
- tintelingen in bijvoorbeeld de armen of benen
- duizeligheid
- het gevoel een hartaanval te hebben (druk op de borst, een gejaagd gevoel)
- het gevoel van angst of paniek
- kramp in de spieren
- oververmoeidheid
Meestal herstelt de zuurgraad zich vanzelf, maar bij chronische hyperventilatie kan de zuurgraad te hoog blijven (2). Door de symptomen zoals een drukgevoel op de borst en een gejaagd gevoel kan ereen gevoel van angst of paniek ontstaan. Als reactie hierop gaat of blijft het lichaam sneller ademhalen. Hierdoor worden de symptomen echter alleen maar erger, waardoor het gevoel van angst of paniek verder toeneemt. Het lichaam raakt hierdoor in een negatieve vicieuze cirkel.
Wanneer de zuurgraad in het lichaam voor langere tijd te hoog blijft, kan het lichaam nieuwe normaalwaardes instellen. Volgens het onderzoek van Johansen, Jack en Dahl (2013) hebben veel patiënten met het chronische hyperventilatiesyndroom een lagere normaalwaarde voor de koolstofdioxide in het bloed. Als gevolg hiervan blijft het lichaam automatisch een te hoog adem tempo aanhouden om deze abnormale lage waarde te handhaven. Doordat het lichaam de aangewende lage koolstofdioxide waarde wil handhaven, is het lastig om automatisch een goede ademhaling aan te nemen.
De uitademing is dus net zo belangrijk dan de inademing. Bij een goede ademhaling is de uitademing langer dan de inademing. Wanneer er wordt ingeademd bevat de net ingeademde lucht nog weinig koolstofdioxide, hierdoor vindt er veel uitwisseling van koolstofdioxide plaats tussen de ingeademde lucht en het bloed. Wanneer er langer wordt uitgeademd, bevat de lucht die nog in de longen zit een steeds grotere hoeveelheid koolstofdioxide. De uitwisseling tussen koolstofdioxide in de lucht en het bloed is dan minimaal, waardoor de hoeveelheid koolstofdioxide van het bloed uiteindelijk zal toenemen. Op deze manier normaliseer je de zuurgraad (4).
Hoewel het lastig is om het lichaam weer in de goede balans te krijgen blijkt de meest effectieve behandeling bij chronische hyperventilatie het aanleren van een goede ademhaling en het reguleren van de ademhalingte zijn (5). De fysiotherapeut kan u hierbij helpen en zal samen met u de verschillende ademhalingsoefeningen oefenen. Belangrijk is om de oefeningen daarnaast meerdere keren per dag thuis te herhalen.
Bronnen
- Garssen, B. & Rijken, H. (1986). Clinical aspects and treatment of the Hyperventilation Syndrome. Behavioural Psychotherapy, 14, 46–68.
- Stanton, B.A. & Koeppen, B.M. (1998). Role of the kidneys in the regulation of acid-base balance. Physiology.,77, 1–6.
- Johansen, T., Jack, S. & Dahl, R. (2013). Normalizing CO₂ in chronic hyperventilation by means of a novel breathing mask: a pilot study. The Clinical Respiratory Journal, 7, 359-366.
- Van der Poel, S. & De Jong, K. (2017). Hardlopen en ademhaling: een gouden combinatie. De hardloop revolutie, 33-66,Hilversum: Uitgeverij Lucht BV.
- Rapin, A., Deslee, G., Percebois-Macadre, L., Jonvel, A.C., Demangeon, S. & Boyer, F.C. (2017). Which treatments for the hyperventilation syndrome in adults? Rev Mal Respir., 34(2), 93-101.